donderdag 11 juli 2013

LE CARNET D'ART D'AZUR - 10

Eindelijk, vanuit een pijnboom aan de rand van de Jardins du MIP meldde zich gistermiddag de eerste zingcicade in zes Côte d’Azurdagen. Verder fladderde en zoemde er van alles in de lavendel-, jasmijn en rozengeurige lucht.
         Het betekent wel dat de warmte een grotere rol gaat spelen bij wandelingen zoals die van vandaag naar het bos van de Marbrière, driehonderd meter hogerop aan de noordkant van Grasse. Bij het oversteken van de zogenaamde Route Napoléon het uitzicht dat de kleine grote Fransman deels ook moet hebben gehad de ochtend nadat hij, uit zijn verbanning op Elba ontsnapt, op 1 maart 1815 in Golfe Juan was ontscheept om met twaalfhonderd man noordwaarts te trekken. Beducht voor verzet in Grasse, was hij om het stadje heen getrokken, maar boven wachtten bewoners van Grasse op hem en zijn mannen met viooltjes en wijn.

Jean-Honoré Fragonard is in maart 1815 al achteneenhalf jaar dood, geboren in Grasse, overleden in Parijs. Allerminst gelukkige laatste kunstenaarslevensjaren. Het jaar voor dat van zijn dood wordt zijn werk bij keizerlijk, dus napoleontisch decreet met dat van talrijke anderen uit het Louvre gebonjourd vanwege het te frivole karakter ervan. Het graf van de eens hooggeschatte en gefortuneerde schilder op de begraafplaats van Montmartre is er niet meer. Zo’n halve eeuw lang kwam zijn naam niet meer voor in nieuwe Franse kunstgeschiedenisoverzichten.
         Eerder, in 1790, had hij het verstandig gevonden om tijdelijk naar Grasse terug te keren, om niet het levensgrote risico te lopen samen met zijn adellijke opdrachtgevers een kopje kleiner te worden gemaakt. Hij vond onderdak in de villa van zijn neef Alexandre Maubert. Als cadeautje had hij de opgerolde schilderijen bij zich die hij tussen 1771 en 1773 had gemaakt in opdracht van Madame du Barry, de laatste favoriete van Lodewijk XV. Mevrouw vond Fragonards reeks Les Progrès de l’amour dans le cœur d’une jeune fille uiteindelijk toch niet passen bij de architectuur van haar optrekje in Louveciennes. Maar dat was uiteraard niet de reden om haar hoofd begin december 1793 in Parijs te laten rollen. Angstaanjagende en walgelijke barbaars fundamentalistische tijden…
         Les Progrès de l’amour dans le cœur d’une jeune fille kon intussen dus de salonwanden van zijn neef sieren. En dat doen die schilderijen daar tot op de dag van vandaag, dat wil zeggen, hun kopieën doen dat, want om geld verlegen, naar ik aanneem, verkocht de achterkleinzoon van Maubert ze in 1898 aan een Amerikaanse kunstverzamelaar (waarna ze uiteindelijk in de Frick Collection belandden), maar niet nadat hij er getrouwe kopieën van had laten maken, zodat de salonwanden in Grasse oogden en nog steeds ogen als in 1790!        

Alleen al het schilderij La Surprise (of La Rencontre) leent zich uitstekend voor een beschouwinkje over Fragonards erotisch bezeten dubbelzinnigheden middels compositorische elementen. Twee gelieven hebben kennelijk een afspraak in een parktuin. Zij wacht op hem, is zonder kleerscheuren – en dat is nogal wat met zoveel kledingstof – diep in de tuin, langs takken en tussen rozenstruiken weten door te dringen. Hij heeft, in een allerminst camouflerende outfit, een ladder achter tegen een muurtje gezet, om naar haar toe te kunnen klimmen. Hij staat op het punt het muurtje over te komen wanneer beiden blijkbaar worden opgeschrikt door iets buiten het linker kader: een geluid wellicht, hoewel natuurlijk niet dat van een cicade. Ook de tuinsculptuur lijkt het te horen, maar in plaats van te schrikken hebben Venus en Amor er eerder een beetje plezier om. Intussen echter moet de minnaar de zwelling van zijn begeerte in bedwang houden middels zijn linkerhand die compositorisch precies daar houvast zoekt boven op de stijl van zijn ladder... En haar schoot is gloeiend heet: geen wonder dat het geboomte er als stoomwolken uit opschiet! 


Opnieuw stoort me van alles aan dit soort geïdealiseer van adelijk beschermde erotische heimelijkheden, maar ik moet toegeven dat ik er ook wel van geniet om Fragonard c.s. te 'betrappen' op het opzettelijke gebruik van sublimaties een eeuw voor alom eros en thanatos duidende dokter uit Wenen.

PS Kijk vanuit deze Fragonard nu nog eens naar die sculptuur van Friedmann in de Meaghttuin: wat een schamele ondubbelzinnigheid daar!