woensdag 1 februari 2023

HELLO KITTY

 

Poëzieweekgeschenkslakken. Een paar dagen terug gaf ik hier het woord aan een met me corresponderend persona. Na luttele uren heb ik de tekst offline gehaald, want was dit geen doordraverij gespeend van elke bereidheid om aan iets anders te beantwoorden dan aan droogstoppelarij, die antagonist van de poëzie? Maar zij en ik waren toch niet helemaal van het poëtisch padje, blijkt uit een kritische tekst op de website Neerlandistiek: https://neerlandistiek.nl/2023/02/schaduw-was-schaars/ Reden om het er toch nog maar eens op te wagen.

***

“[...] Je weet dat ik met poëzie nooit veel heb gehad, ook met die van jou niet, je suis désolé. Nogal wat dichters vind ik rukkers. En dichteressen?

         De ernst van mijn poëzie-allergie neemt ras toe, meen ik te merken bij het lezen van een gedicht uit het poëzieweekgeschenk. Ik struikel over allerlei zaakjes die een ware poëzieliefhebster waarschijnlijk juist zullen doen zwijmelen.

         Natuurlijk ligt het aan mijzelf als kniezende weduwe, dat ik de schuld van mijn gechicaneer geef aan poëzie zoals deze van Miriam Van hee: https://neerlandistiek.nl/2023/01/miriam-van-hee-we-brachten-de-tijd-aan-het-zwembad-door/

         Maar waarom moet ik ernaar blijven gissen wie die ‘we’ en ‘wij’ zijn? Volwassenen, kinderen, volwassene(n) en kind(eren)?

         Kan warmte neervallen? Ja, dat zeg je weleens, de hitte kan als een deken op je vallen. Ach, oké.

         Maar kinderen die ‘uit […] deurtjes’ kwamen?

         Uiteraard zullen deuropeningen zijn bedoeld. En als ik hier in Cap Martin naar buiten ga, ga ik de deur uit. Maar niet uit de deur, zoals in het gedicht, met ook nog eens de nadruk op het uiterlijk van die deuren, groen en verweerd. Of zou ik dat in Vlaanderen wel doen?

         Om hoeveel deurtjes en hoeveel kinderen gaat het? Meer dan twee, vermoed ik, anders was dat aantal wel genoemd.

         En hebben die kinderen allemaal ‘roze badpakken’?

         Typisch zonder dat ik weet wat ik met dat typische aan moet.

         En staat op al die badpakken diezelfde tekst? Of hetzelfde beeld?

         ‘Hello Kitty’ – het bekende figuurtje van het Japanse bedrijf Sanrio, in 1973 bedacht. Iets voor kleine meisjes.

         Dat ‘kletsend geluid’, is dat van blote voeten op beton of steen?

         Niet van gebabbel, neem ik aan, want kletsen en komen aanstormen lijkt me moeilijk samengaan.

         Opeens is er één ‘ze’. Een van die aangestormde kinderen?

         ‘We’ zijn kennelijk in Franstalig gebied.

         En wie zijn dan weer die volgende ‘we’? Dezelfde als de allereersten, meteen aan het begin? Of is ‘we’ hier ‘me’ en die ‘ze’? Maar die ‘ze’ wilde toch vriendjes maken en met anderen spelen? Dat is iets anders dan toekijken ‘hoe de middag verstreek’. Een formulering waar ik ook nog even achter blijf haken overigens.

         Klungelige constructie vind ik dit: ‘stelde een spelletje voor, wat ze wel wilde’.

         De opmerking dat ze was waar alles gebeurde, snap ik dan in zijn gevolgtrekking of consequentie weer niet. Juist daarom zal het poëzie zijn, vermoed ik. On(be)grijpbaarheid dus, hè.

         De formulering 'verveling is een vorm van verlangen' klinkt fraai, maar lijkt daardoor inhoudelijk origineler dan ze is. Op een Franse website met gebruikspsychologie voor ouders bijvoorbeeld, kom je die gedachte simpelweg tegen: 'S'ennuyer c'est apprendre à désirer'.' https://www.cote-parents.com/psychologie-cote-parents/s-ennuyer-c-est-grandir.html

         Vouwt die ‘ze’ ook mee handdoeken op? Wordt er pas na het opvouwen om naar huis of elders te gaan, na het verstrijken van die zinderend warme middag, het een en ander gekocht? Eindelijk een ijsje? Of is de chronologie in dit gedicht een associatief ratjetoe?

         Hoezo trouwens ‘kochten wat er te koop was’? Wat anders!?

         Is het doen opkomen van zulke opmerkingen, aanmerkingen en vragen soms de bedoeling van poëzie? Moet de lecteur de redacteur worden die werd gemist?

         Maar genoeg. Ik ben gewoon niet geschikt als poëzielezeres. Moet bovendien nog wat zout overhouden voor mijn escargots au persillade.”


_____________________________________

"Naschrift: Hoe zou het gedicht thematisch zijn overgekomen als de naam van de dichter die van een man was geweest?"
_________________________________

Naschrift 2: Maar lees nu ook mijn volgende bericht!