woensdag 15 juli 2020

PAS ÉTONNÉS DE SE TROUVER ENSEMBLE





In het najaar van 1959 reisde de zestigjarige Vladimir Nabokov naar Frankrijk. Het was de eerste keer dat hij Europa weer bezocht na zijn vertrek naar de Verenigde Staten in 1940. Aanleiding was het verschijnen van de Franse vertaling van Lolita, de roman die in 1955 in Parijs was verschenen nadat meerdere Amerikaanse uitgevers afwijzend hadden gereageerd.
         Het Parijse tijdschrift Arts wilde een vraaggesprek met de auteur, en dat graag in gezelschap van een Franse schrijver. Nabokov noemde slechts twee namen: Raymond Queneau en Alain Robbe-Grillet. De eerste bleek niet beschikbaar.

Tijdens het vraaggesprek complimenteert Nabokov zijn drieëntwintig jaar jongere Franse collega met diens La jalousie, dat hij de beste Franse roman sinds Proust noemt.
         Bijzonder is de uitkomst van het dubbelinterview geenszins; de Franse ondervragers overstijgen niet het schoolkrantniveau. Kenmerkend is een vraag als deze aan Nabokov:
         Werkt u als u schrijft grotendeels uit uw geheugen – dat uitstekend heet te zijn?
         Het antwoord van Nabokov en Robbe-Grillet samen is echter ongevraagd de moeite waard:
         nabokov: Ja, maar alleen bepaalde dingen. Mijn geheugen is heel goed wat betreft lichteffecten, voorwerpen, combinaties van voorwerpen… Bijvoorbeeld, een trein stopt in een station. Ik kijk uit het raam en zie dan, op het perron, een kiezelsteen, een kersenpit, een stukje zilverpapier; ik neem die dingen in hun samenhang zo in me op dat ik denk dat ik ze altijd weer op kan roepen. Maar niet alleen vergeet je zoiets, je vergeet vooral hoe je ernaar keek. Want wat moet je doen om je überhaupt iets te herinneren? Je moet het met iets anders in verbinding brengen.
         robbe-grillet: U kent het dagboek van Kafka. De aantekeningen van een reis naar Reichenberg waarin hij alleen maar dit soort dingen noteert? ‘Ik zag iemand met een glas voor zich die een beetje voorovergebogen zat.’ Of: ‘Er lag een steen naast de deur.’ Alleen maar zulke dingen. Opmerkelijk.
         nabokov: Dat is voor wanneer je iets weer wil oproepen, ankerpunten. Volgens mij heb je dit soort mensen en een andere soort dat van ‘grote ideeën’ houdt.

Ik vrees dat de interviewers de portee niet hebben gevat, want in plaats van de vis die ze onverwacht aan de haak hebben gekregen binnen te halen, lanceren ze meteen de volgende schoolkrantvraag – je ziet ze die van hun vragenlijstje voorlezen, alsof ze niet eens hebben geluisterd:
         Welk van uw boeken vindt u het beste?