zondag 3 januari 2016

GOMKRONOWICZ 2


Beeld uit de verfilming van Pornografia

De Duitse vertaler Olaf Kühl schrijft in zijn nawoord bij de Hanseruitgave van Gombrowicz’ Kronos dat de auteur van dit ‘intieme’ dagboek iets heel anders van zijn lezers wil dan die van het literaire Dagboek en romans als Ferdydurke en Kosmos, namelijk niets. ‘In Kronos staat niets wat hij anderen wilde laten weten, maar alleen dat wat hij zelf niet wilde vergeten.’
         Het openbaar maken van zo’n alleszins aliteraire en als zodanig ook bedoelde tekst, vind ik problematisch. Was ik Gombrowicz’ weduwe of bevoegd bezorger van zijn literaire nalatenschap geweest, dan had ik, wie weet al jaren geleden, een vuurtje gestookt van die bladen met krabbels – op zijn graf in Vence, in een Poolse achtertuin, bijvoorbeeld, en zonder pottenkijkers. En dat niet omdat er in die lapidaire notities nauwelijks iets te vinden is over de toch ook fijne momenten die hij en ik samen hadden.
         ‘En hij wees me waar zich zijn dagboek, dat hij Kronos noemde, bevond,’ aldus Rita Gombrowicz-Labrosse, ‘zonder het open te slaan, terwijl hij zei: “Als het huis in brand staat, pak je Kronos en de contracten en je maakt je zo snel mogelijk uit de voeten!” Op het moment van zijn dood in juli 1969, toen ik zijn wettige erfgename was geworden, was de enige richtlijn die ik aangaande dit manuscript had gekregen: het nog vóór al zijn andere archieven uit de vlammen te redden.’
         Een kwestie van interpretatie, lijkt me. Ik begrijp uit Witolds directief in 1968 niet meteen, en al helemaal niet per se dat hij daarbij voor ogen had zelf al aan de vlammen ten prooi te zijn gevallen en dat die Kronosaantekeningen dus met het oog op zijn nalatenschap gered dienden te worden. Samen met die contracten! Alsof er van die contracten geen kopieën bij de andere partijen (uitgevers, neem ik aan) te vinden zouden zijn… Veeleer denk ik dat Witold zich bij zo’n woningbrand elders (behalve in een hiernamaals) zag en benauwd was voor de rompslomp die het verloren gaan van die contracten met zich zou meebrengen, zoals hij ook zijn privé geheugensteuntjes niet kwijt wilde. Hij was nogal argwanend wat zakelijke afspraken betreft en ook erg op de centen. Dat blijkt wel uit die Kronosaantekeningen. Steeds weer noteert hij hoeveel geld hij gekregen heeft, in totaal bezit, liefst in dollars, en wat hij nog denkt te krijgen. Ja, inderdaad, dat weet ik nu dus uit die papieren waarvan ik net nog beweerde ze juist in vlammen te hebben willen doen opgaan!
        Een spagaat maken is moeilijker dan er weer uit overeind komen…

Zijn leven lang, aldus Kühl, was Gombrowicz bang voor zijn verval, en ‘dat staat misschien gelijk aan de angst niet meer charmant te zijn, niet meer te kunnen verleiden, niet meer van zichzelf te houden. Deze angst is daar geworteld waar tevens zijn sterkste passie pulseert: in zijn narcisme.’
         Opvallend is inderdaad Gombrowicz' fixatie op zijn eigen lichaam. De kleinste verschijnselen worden gesignaleerd, zoals een pukkel op zijn neus in januari 1963 en een strontje in het oog drie maanden later. Hij verdenkt zijn lichaam van van alles en nog wat, soms terecht, maar even vaak onterecht. ‘Pijn in de lever (als het de lever is).’ Hij klaagt over eczeem, maagpijn, zijn hart. Is er ontstemd over en bang van. De soorten medicamenten die in Kronos worden genoemd, vullen met gemak een flink stel laden in een apothekerskast. En hij had natuurlijk en werkelijk altijd last van zijn luchtwegen. Maar kende ik die preoccupatie met het lijf en zijn ‘onderdelen’ dan niet al lang uit zijn romans, daar waar ze artistiek vorm en zin kregen? En geldt hetzelfde niet voor Witolds erotische fixaties? Voegen namen van verder anonieme jongens, mannen en vrouwen, met name in de Argentijnse jaren, daar iets substantieels of essentieels aan toe? Of mag ik iets belangwekkends voor zijn literaire werk concluderen uit zijn vaak genoteerde ‘O.’ of ‘ON.’ (‘Dagelijks ON.’ ‘Elke dag O.’), dat wil zeggen, uit zijn onanie?
         En kan ik nu uit mijn spagaat overeind komen door te beweren dat ik de uitgave van Kronos heb aangeschaft om mijn vermoeden bevestigd te krijgen dat het voor het begrip van Gombrowicz literaire werk een meer dan overbodige uitgave is?


[wordt vervolgd]