zondag 19 augustus 2012

GESPREK ALS DICHTVORM - NASCHRIFT


[Zie voor het voorafgaande hieronder.]

Stupide natuurlijk: als je een vuilnisbak voor iets omkiepert, valt er vanzelf allerlei andere troep op en voor je voeten. Zoals een bericht van 23 juli van dit jaar, waarin René Puthaar er ook al blijk van geeft in zijn oordeelsvermogen niet te worden gehinderd door gebrek aan kennis en laksheid om die op te doen.
In dat bericht steekt hij de draak met een andere tekst van Wiel Kusters. Ook weer door deze botweg finaal uit zijn context te rukken. Die context wordt gevormd door teksten/gedichten naar aanleiding van en over Eugène Dubois en zijn Pithecanthropus erectus (de ‘missing link’ waarvan of van wie Dubois in 1891/92 op Java resten vond). Puthaar denkt de kachel te kunnen en te moeten aanmaken met Kusters’ ‘Het lied van de Pithecanhropus’ uit de reeks ‘Het graf van Dubois’ (van zo’n dertig jaar geleden), alsof het om een nieuw, volkomen oorspronkelijk en als autonoom bedoeld, zich voor opname in bloemlezingen kandidaat stellend ‘gedicht’ zou gaan.
Werkelijk geen flauw benul heeft hij er intussen van dat het een pastiche betreft van een cabaretliedje waarmee Dubois destijds om zijn vondst, waarin men niet geloofde, belachelijk werd gemaakt. En het functioneert als zodanig natuurlijk alleen binnen het geheel van de reeks. Het is zoiets als wanneer je Samuel Beckett aanvalt op de literaire kwaliteiten van Vladimirs liedje ‘A dog came in the kitchen/And stole a crust of bread./Then cook up with a ladle/And beat him till he was dead’.
          En uitgerekend, nee, typisch zo iemand beklaagt zich dan tegelijkertijd over de ‘mishandeling’ door Benno Barnard, Wiel Kusters en ondergetekende van de gedichten van W.H. Auden, alsof van die gedichten slechts unieke exemplaren bestaan en dus bestonden, en terwijl we die gedichten keurig in hun originele taal naast onze vertalingen hebben laten staan, het daarmee aan eenieder vrij latend ze anders en waar nodig beter te lezen en onze pogingen als ontoereikend opzij te schuiven.

Intussen lijkt het een waar positief predikaat om in die vuilnisbak te worden besmeurd. Jammer alleen dat er zo’n stank uit opstijgt. Men late derhalve het beste het deksel er voor eens en altijd op.

(Voor wankelmoedigen: Internet Explorer: ga naar ‘Extra’; kies het tabblad ‘Inhoud’; ga naar ‘Internet restricties’; klik op ‘Goedgekeurde websites’; voer in het venster het site-adres in; klik vervolgens op ‘nooit’; geef wachtwoord op; klik op ‘toepassen’. Firefox: plugin BlockSite. Chrome: plugin SiteBlock. Bijvoorbeeld.)

Dan kan er meteen ook met verfriste zin worden verdergelezen in René Puthaars Het wilde kind (in een uitgave waarvan ik me afvraag of er om de een of andere reden op Herengracht 481 intern mee is gekwanseld: binnenin zegt Augustus de uitgever ervan te zijn, buitenop bestempelt Atlas Contact zichzelf als zodanig).
Lezen dus. Echt. Iets als dit: ‘Zoals iemand in het donker vragen kan,/zelf in het zwart, niets voor ogen:/is het al licht?’ … En oprecht benieuwd zijn naar hoe het verdergaat.