Eindelijk de bewijzende foto gevonden! In de krochten van het
internet. De foto van mijn publieke presentatie oftewel misvatting als
dertienjarige waarover ik een paar keer eerder schreef. – Zie hieronder. Het
beeld dat ik fotoloos schetste, blijkt aardig te kloppen, alleen doet de
dirigerende augustijn zich in zwart pak vrijzinniger voor dan ik in herinnering
had, en van vlinderdasjes is niet veel te zien. Maar daar links vooraan staat dat jongetje dus…
_______________________________
Er bestaat minstens één foto van een optreden gedurende mijn
schooltijd van het door pater Gerritsma geleide jongenskoor van het Venlose
Sint Thomascollege. Het koor staat op een podium. Alle koorleden staan keurig
gericht op de dirigerende augustijn, die op de rug van zijn zwarte habijt
gekiekt is. Hij is de greep en het scharnierpunt van de symmetrisch uitgevouwen
menselijke waaier voor hem. Alle met vlinderdasje en in tweedelig kostuum
geklede koorleden zijn op hem geconcentreerd, op één na. Links vooraan staat
een jongetje van een jaar of dertien dat geen deel uitmaakt van de waaiervorm,
maar frontaal voor de zaal staat, in een richting loodrecht op de rand van het
podium. Een solist? Ik bloos al vóór het antwoord: allerminst. Niet eens een
solipsist. Die jongenssopraan daar vooraan ben ik die ik toen was. Een zingende
misverstaander.
Waarom staat
het jongetje zo uit het gareel? Heeft het zo’n behoefte om zich van zijn
medescholieren te onderscheiden, een onstuitbaar verlangen zich verzekerd te
weten van de exclusieve aandacht van het luisterende publiek? Geloof me – ik
ken het jongetje nog altijd goed genoeg – het was liever geheel schuilgegaan
achter de grote jongens op de laatste rij en het liefst had het helemaal niet
op het podium gestaan. Toen pater Gerritsma een klein jaar eerder nieuwe
sopranen en alten had gerekruteerd door de eersteklassers een voor een naast
zijn piano te posteren en hen te verplichten iets voor te zingen, had het
jongetje zijn uitverkorenheid als een zwaar lot ervaren en ondergaan. En toch
staat het daar in de meest opvallende, afwijkende houding tijdens de
uitvoering! Doordat het heeft nagedacht over zijn verhouding met het publiek en
speciaal over zijn houding tegenover zijn van trots te vervullen vader daar te
midden van de andere toeschouwende toehoorders in de zaal?
Het jongetje
zal ongeveer als volgt hebben gedacht: wekenlang hebben we gestudeerd en
geoefend, wekenlang moesten we nauwlettend de aanwijzingen van de augustijn
volgen, maar nu dient geen van ons de dirigent nog nodig te hebben, nu moeten
we het publiek niet alleen laten horen maar ook tonen dat ieder van ons de
kunst geheel alleen beheerst, nu sta ik dus voor het publiek alleen en niet
meer voor pater Gerritsma. Met andere woorden, de manoeuvre van het jongetje is
niets anders dan de verschuiving van zijn onderwerping aan de ene macht naar
die aan de andere. Terwijl zijn vrijheid zou hebben moeten liggen in het
zingen, in de samenzang.
Wat werd er
gezongen? Ik weet het niet, want het jongetje op de foto is absoluut niet in
staat om op te gaan in zijn lied. Het is niet in staat om op te gaan in wat dan
ook buiten het besef van zijn ruimtelijke, relationele positie. Als deze
koorknaap al ergens mee samenvalt, is dat met zijn bewustzijnspaniek, die hem
dwingt zich op de ander te richten en die hem in feite op een verlammende wijze
van alles en iedereen isoleert.
[…]